De typologie van het bouwblok is tweeledig en gelaagd: aan de straatzijde is het een robuuste quasi gesloten figuur, binnenin ontwikkelt het zich op een stoere en tegelijk verfijnde manier. In het bouwblok is een collectieve groene ruimte voorzien waarbij de doorwaadbaarheid beperkt tot de privatieve bewoner en bezoeker. Het hoekgebouw vormt een statige hoek, zorgvuldig geritmeerd en behoedzaam gematerialiseerd. Het is ontworpen als een stedelijk casco, met een karakteristieke gevelopbouw; plint, bovenbouw en bekroning met helder gepositioneerde toegangen en verticale circulatie. De graad van detaillering en materialisatie is op schaal van de beoogde ‘cadix-korrel’.

De stedelijke plint, bestaat uit een commercieel karakter, het middendeel telt 4 verdiepingen die zijn georganiseerd rond de centrale circulatie en per niveau 4 bescheiden wooneenheden. De gemeenschappelijke circulatie capteert licht en zicht op het binnengebied. De dakverdieping telt 1 penthouse met buitenruimte rondom. Die beschikt over 360° zicht en is voorzien van een geprononceerde borstwering, deze vormt het hoofdgestel van het gebouw en is afgeleid van de typische fries & kroonlijst met klossen.
We maken gebruik van groengrijs metselwerk, gecombineerd met zacht grijsgroen gepigmenteerd beton en licht houten buitenschrijnwerk. De centrale inkom bevindt zich in de Madrasstraat, is ruim, dubbel hoog uitgevoerd en afgewerkt in het gevelmateriaal. Deze inkom geeft toegang tot lift & trappenhuis alsook een private doorsteek tot het gemeenschappelijke binnengebied.

Vier architecten hebben samen met een ontwikkelaar het initiatief genomen om een duurzame visie uit te werken voor een gemengd passiefproject met wonen & havengebonden bedrijven.